Sport/Voetbalmagazine 2022

Sport/Voetbal Magazine vervelt van weekblad tot maandblad

Het voetbalweekblad is stilaan een uitdovend fenomeen, als we de brede Europese context bekijken. In het zuiden van Europa zijn ze al van de markt, en na France Football (dat sinds juni 2021 een maandblad is) vervelt ook Sport/Voetbal en Foot Magazine tot dat format. Hoe kon dat gebeuren, legt Peter T’Kint, bijna dertig jaar betrokken bij het blad, uit.

We schrijven voorjaar ’92. Dagen van hoge koorts op het oude continent, dat aan het imploderen is. Oost ontmoet West, her en der neemt men afscheid van oude dictators, niet altijd op een hartelijke manier. Ook in de sport heerst koorts. Atleten bereiden zich voor op de Olympische Spelen in Barcelona, wielrenners op een Tour die zeven landen zal aandoen. In het voetbal is er het EK met zijn Deens sprookje, en brengen Champions en Premier League vernieuwing. Alles kan plots, the sky heeft geen limieten, zo lijkt het.

Een en ander is uitgevers niet ontgaan. Begin februari gaat het in gesprekken in de coulissen van de stadions over de plannen van Voetbal International, om in België met een voetbalweekblad uit te pakken. Oranje is regerend Europees kampioen en in de Europese bekers doen de Belgen het goed. Breinen in Antwerpen buigen zich over businessplan en redactionele invulling. Hetzelfde doen ze in Brussel en Roeselare, waar ze weet hebben van concurrentie. Van een nieuw blad worden blauwdrukken gemaakt en nulnummers bedacht. Mensen worden gepolst. Uiteindelijk gaat het verhaal van Voetbal International niet door, dat van Roularta wel. In augustus verschijnt een eerste voetbalweekblad in dit land, in de beide talen. Op woensdag. Op donderdag volgt een paar maanden lang zelfs een sportweekblad, van dezelfde uitgever. Dat project wordt evenwel al na een paar maanden stopgezet. Voetbal werkt en blaast alles weg.

Fusies

Sport in tijdschriftvorm was op dat moment al een paar decennia ingeburgerd. Al in 1967 kwam Sport 67 op de markt. Veel foto’s, grote reportages, interviews. Merckx, Van Himst, en de avonturen van hun volgers, daar groeide onze liefde voor het vak. Meedaveren op de motor of in de volgwagen, of voetbalfinales verslaan vanuit Madrid en Manchester werd een kinderdroom.  Later volgde Sport Magazine, andere insteek, gebaseerd op Sports Illustrated in de States. Ook dat blad verslonden we. Dat format was overigens toen al niet altijd een evident verhaal, de ene keer kwam het maandelijks op de markt, een andere keer tweewekelijks. Maar de verhalen brachten een aanvulling op wat kranten deden. Kranten die ons verder deden dromen. Jacques Beuckelaers wilden we achterna, de man die de Dakar tot leven bracht en onze liefde voor Afrika opwekte.

Beide bladen gingen uiteindelijk samen. Roularta vond De Persgroep, zoals later ook in het verhaal van VTM, de eerste commerciële zender in België. Daarom was het voor de redacteurs van Sport/Voetbal Magazine altijd een beetje lastig om de verjaardag van het blad te vieren. Waar begon het verhaal echt? Namen we Sport Zestig, Zeventig, Tachtig, als norm, of Sportmagazine?

Weekblad

Voor ons begon het in augustus ’92, met de eerste nummers van het voetbalblad. Een blad dat aandacht had voor alles: jeugd, futsal, minivoetbal, derde en vierde klasse, Europees voetbal. De geschiedenis van de sport ook. Een blad dat achtergronden bracht van het reilen en zeilen in Brugge, maar ook in Lommel of Beveren. Bij Ajax en in Marseille. Dat voetbalgeweld aankaartte, of de toen al problematische financiële toestand van het profvoetbal. Maar ook warme verhalen bracht, vol clubliefde. Kranten brachten in die tijd vooral voor- en nabeschouwingen, kleine stukjes over elke wedstrijd, ook in het weekend. Verslagjes van alle sporten, van basketbal, volleybal, tot kaatsen en zwemmen. Het internet was er op de achtergrond, maar toen nog academisch, gericht op mailverkeer. De digitale revolutie moest nog beginnen. Alles vulde mekaar perfect aan: de televisie, radio, de lappendeken die de berichtgeving in de krant was en het weekblad, met zijn langere reportages waar je ruimte kreeg om iets te ontwikkelen.

Maar tijd staat nooit stil en na een jaar of zeven, acht, begon alles door mekaar te lopen. Betaaltelevisie bracht meer sport in huis, het internet meer informatie. Pierre Bilic, een oudere collega  maar altijd jong van geest gebleven, zag als eerste opportuniteiten. Hij startte een nieuwsbrief, ’s ochtends vroeg. Digitaal. Gratis. Je moest je e-mailadres aan hem doorspelen en tegen een uur of acht had je een overzicht van wat in voetballand was gezegd of gebeurd. Wat quotes, de nieuwtjes.. Pierre had ze gehoord op de radio, of gelezen in kranten. Hij zag potentieel, wij niet direct. Het heden heeft hem gelijk gegeven, diverse websites hebben er een businessmodel op gebouwd.

Ook intern bij Roularta zagen we potentieel in wat voor velen nog vooral een bron van informatie was. Tijdens EURO 2000, sportief voor de Rode Duivels geen succes, experimenteerde Roularta met de website. Wij werden toen in het veld een eerste keer ingezet, om naast het werk voor het magazine, ook voor de website te werken. Quotes, foto’s, voorbeschouwingen, informatie. Er werden middelen tegenaan gegooid en met succes. We werden in een of ander referendum _ de naam zijn we kwijt, verkozen tot beste sportwebsite van het land.

Achteraf bekeken bleef daar de tijd een beetje stilstaan. Of liever, was dat een kantelmoment. Zeker, intern werd onderzocht hoe we dat digitale pad verder zouden bewandelen. Er werden contacten gelegd met anderen, overnames overwogen, investeringen op tafel gegooid, maar een prioriteit werd het web nooit. Omdat het als businessmodel verlieslatend was. Weinig reclame, veel kosten en het bleek moeilijk om mensen te overtuigen om voor content, inhoud te betalen. Dat is het vandaag trouwens nog steeds. Vandaar dat veel websites werken met freelancers die voor weinig geld zeer veel moeten produceren. Anders halen hun bazen er geen winst uit.

Roularta geloofde in de kracht van het geschreven woord. Op papier. Krantenuitgevers ook. Iedereen ging wel kosten besparen en aan schaalvergroting doen. Roularta trok de Franse markt op en recent ook de Nederlandse, anderen keken sneller naar Nederland. In eigen land smolten redacties samen. Sportredacties met al hun talent, vroeger versnipperd over zes kranten (De Morgen, Het Volk, Het Nieuwsblad, De Standaard, Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg) smolten samen en gingen ook zichzelf heruitvinden. Weg de traditionele voorbeschouwingen, en het lappendeken om alles te coveren, van eerste klasse tot vierde provinciale. De focus kwam op grotere verhalen bij de elite. Dagbladen werden, zeker in het weekend, weekbladen, met lange verhalen, vooral over voetbal en wielrennen. De andere sporten kwamen steeds minder aan bod.

Revolutie

De voorbije vijftien jaar ging het snel. De informatiewereld explodeerde, na het internet kwam er ook nog eens de smartphone bij. Sociale media ook. Iedereen journalist, ieder zijn mening, de ene al wat meer gehoord dan de ander. Website, podcasts, Twitter, Instagram, je kon amper in real time nog volgen wat er gebeurde. Netflix, Spotify, Streamz, het aanbod ontplofte.

Ziet u op de trein nog iemand een krant lezen? Of een weekblad?

Voor ons werd het steeds lastiger, zeker in een populaire niche waar ook anderen zich vol op gooiden. Het nieuws was voor de websites, en kranten brachten al veel achtergrondverhalen. Op elke redactievergadering werd steeds langer gediscussieerd over invalshoeken en hoe het verschil te maken. Bovendien had je ook nog een ander fenomeen dat een en ander bemoeilijkte: clubs wilden steeds meer controle over hun informatie.

Logisch. Toen Sport/Voetbal Magazine begon waren clubs nog vzw’s, in Belgische handen. Profclubs in naam, vrij amateuristisch in structuur. Je kreeg bij de start van het seizoen van een medewerker op het secretariaat een lijst met telefoonnummers van voetballers en trainers en klampte de spelers aan wanneer het je uitkwam. Trainingen waren open, kleedkamers na de wedstrijd vrij toegankelijk. Ooit zaten we na een nederlaag van Anderlecht eens in een hoekje, toen de boze Boskamp weer binnen kwam, iedereen buiten gooide die er niet moest zijn, en zijn spelers de levieten las. Pas toen zag hij ons zitten, helemaal achteraan weggedoken voor het gebulder.

Dat veranderde allemaal sterk: er kwamen persverantwoordelijken, die ons in een eerste fase het werk makkelijk maakten, je hoefde een speler niet meer zelf te stalken. De keerzijde: uiteindelijk zouden zij bepalen wie wanneer waar aan bod kwam. Er kwam controle over uitspraken, en nog later werden clubs en hun websites zelfs heuse concurrenten. Logisch als we het van hun kant bekijken: clubs zijn nu bedrijven, en data leveren geld op. Iedereen vocht/vecht voor zijn eigen plekje.

Dat is de context die het voor een weekblad als Sport/Voetbal Magazine de laatste jaren zeer moeilijk maakte. We dachten ons suf, stelden dingen voor, maar altijd botste je op een economische realiteit. Het klassieke verdienmodel werd steeds lastiger,  binnen een sterk veranderde context. Er is een ontlezing op alle vlakken, of liever: een verschuiving van leespatroon naar schermen. Er is een verhaasting in ons leven, het aanbod is oneindig veel groter. Lineaire televisie is ook ontploft. Wie vindt waar zijn plaats. Ook reclamebudgetten, door opeenvolgende crisissen verminderd, kregen steeds grotere waaiers om op aanwezig te zijn.

Maandblad

Al in het voorjaar werd de optie van een maandblad intern onderwerp van gesprek. Als kranten evolueren naar weekbladen, moeten weekbladen opschuiven richting maandblad. Met dossiers en nog ruimere achtergrondverhalen die dieper gaan. Dat is de weg die het blad vanaf februari inslaat. Met daarnaast ook diverse keren per jaar _ op de traditionele piekmomenten, wielerspecials. Die maakten we al jaren, in het voorjaar, bij de Tour, en deden het telkens goed. Dat was ook het geval voor de competitiespecial bij de start van het voetbalseizoen. Dat soort informatiebronnen bleef al die tijd aan een grote behoefde voldoen: kernen, selecties, het is allemaal overal wel te vinden, maar afzonderlijk. Wij bundelden alles in een mooi overzicht, aangevuld met verhalen.

We wensen het nieuwe project alle succes. Het zal helaas zonder ons gebeuren. Voor vijf vaste redacteurs en een vormgever kwam in december een einde aan hun arbeidsovereenkomst. Ook dat is een economische realiteit: maandbladen worden met een kleine vaste kern gemaakt en gevuld door freelancers. Steeds meer evolueren allerhande media in die richting: sportjournalisten zijn een leger gedreven, gepassioneerde mensen, die verhalen aanleveren en daarvoor worden vergoed. Ideeën zijn welkom, vaste contracten steeds minder beschikbaar.

Peter T’Kint, ex-redacteur Sport/Voetbal Magazine